Merksplas, 5 maart 1970

Vermits ik dezer dagen geen nieuws meer van jou ontvangen heb, veronderstel ik dat er nog steeds geen spoor ontdekt is van Luc*. Vanzelfsprekend maak ik mij ongerust want die situatie wordt met de dag bedenkelijker. In ieder geval moet hij ergens goed ondergedoken zitten want met de inschakeling van de Belgische en Nederlandse Opsporingsdiensten had men hem normaal allang op het spoor moeten gekomen zijn. Ik hoop dat je niet te veel over je toeren geraakt en nogmaals: zodra je iets weet, geef dan een telefoontje.

(...)

Nijgh heeft mij laten weten dat hij je exemplaar van de Nederlandse uitgave en enkele affiches zal laten bezorgen. Hij schrijft mij ook dat Wim Hazeu vorige maandagavond in radio Hilversum nog maals een uitvoerige bespreking heeft gewijd aan het boek. Ook de recensies in de Nederlandse bladen beginnen hoe langer hoe meer los te komen. Hierbij zend ik je een bespreking van Weverbergh, nogal scherp maar met de beste bedoelingen. Die mislukte poging om een reportage te kunnen wijden aan de Belgische gevangenissen was natuurlijk een doorzichtig maneuver om met mij in contact te kunnen komen. Terloops nog het volgende: er zijn ook verschillende volslagen onbekende mensen die naar hier beginnen te schrijven en te telefoneren om te vragen of zij lectuur en sigaretten mogen opzenden en desgevallend op een of andere manier kunnen helpen. Het is nu eenmaal niet doenbaar die mensen allemaal te antwoorden want dan wordt het een lawine. Als je zelf nog door zulke onbekenden wordt opgebeld, dan mag je wel naam en adres noteren maar het is best er aan toe te voegen dat het geen nut heeft mij te schrijven en zeker niet de directie lastig te vallen met telefoontjes.

Van Sonneville heb ik eindelijk weer eens bericht gekregen en ik heb de indruk dat het succes van dit boek hem over het hoofd begint te groeien. In ieder geval gaat hij te werk als een fantast. Toen hij van Nijgh die dringende bijbestelling van 2.000 exemplaren kreeg, zat hij met de handen in het haar want hij had het lood van de eerste druk al laten smelten om de druk van een ander boek op stapel te zetten. Hij is dan in alle haast met fotokopieën beginnen goochelen om de tweede druk in offset klaar te krijgen maar de lading papier die hij daarvoor met evenveel haast besteld had, bleek tweemaal achtereenvolgens ongeschikt te zijn. Met het gevolg dat hij bijna een week tijd heeft verloren. Nijgh zal weer niet tevreden zijn, schrijft hij zelf. Ik zou willen antwoorden: met reden, want wat is dat voor een krankzinnig idee dat lood zo vlug te laten smelten. Met al zijn kunst- en vliegwerk blijft Johan zich toch volledig inzetten voor de verkoop van het boek want nu heeft hij weer folders laten drukken met de lijst van bestsellers, zoals die onlangs in Het Laatste Nieuws is verschenen. Van de andere kant heeft Nijgh bevestigd dat hij ook voor de 2.000 bijbestelde exemplaren een honorarium van 1 gulden per exemplaar uitkeert.

Tenslotte kreeg ik nog een briefje van Jeroen Brouwers waarin hij laat weten dat hij een stuk over het boek heeft geplaatst in het Algemeen Handelsblad en dat hij onlangs een brief heeft ontvangen van Strieleman, waarin Frans aandringt op een actie op een breder plan en daarbij zijn persoonlijke medewerking waarborgt. In dat verband heeft Strieleman ook een ontmoeting gepland met Lampo. Waarschijnlijk hoor je er nog wel van.

In gedachten voortdurend bij jou. Kussen en bijzonder veel liefs.

* Luc, de zoon van Roger van de Velde moest zich op 2 maart in de kazerne van Mechelen aanmelden voor zijn militaire dienst, maar was sinds 25 februari op een onbekend adres ondergedoken

04-06-2012